'Eight bells' ...

20 juni 2023 - Deze week overleed de markante zeilicoon Piet Vroon op 93-jarige leeftijd. Vanwege zijn betekenis voor het offshore zeilen en de Nederlandse watersport in ruime zin was Piet al 26 jaar erelid van de Noordzee Club. Ruim zeven decennia was hij een actief zeezeiler en inspireerde hij meerdere generaties. Hij was eigenaar van talloze schepen, de meest bekende zijn Standfasts, de Formidables en zijn succesvolle Tonnerres. Een jaar geleden spraken we hem voor onze Glossy, een uitgave vanwege ons 75-jarig bestaan. Het interview volgt hieronder. Een diepe buiging voor zijn indrukwekkende zeilhistorie.

Al bijna vijfenzeventig jaar zeilt Piet Vroon wedstrijden; van de North Sea Race en Cowes Week tot Sevenstar Round Britain & Ireland Race, de Middle Sea Race en vele wedstrijden in de Caraïben en de VS. Alleen al de Fastnet Race volbracht hij vierentwintig keer. Dat is inclusief de desastreuze editie van 1979, die hij, met een beschadigde mast, onder spi uitzeilde. Eén van de mooiste overwinningen blijft voor hem de Fastnet 2001, toen hij in de IRC Overall won. Zijn palmares is enorm en zelfs afgelopen zomer kon hij daar, met zijn Tonnerre de Breskens 6, nog een overwinning aan toevoegen. Bij een avondwedstrijdje van de club eindigde hij ruim één minuut voor nummer twee. Piet geniet op het water, maar constateert met iets van pijn in zijn zeemanshart: “Ik ben inmiddels afhankelijk van anderen om te kunnen varen.”

Kort na de oorlog voer u als jonge gast richting Engeland. Dat was vast heel bijzonder, want Nederland en ook Breskens lagen behoorlijk in puin. Hoe was dat mogelijk?
“Jaap Maas, de vader van jachtenbouwer Frans Maas, had samen met een maat het jacht Sportlust. Daarvan mocht ik de helft kopen en de andere helft gebruiken. Daardoor had ik dus al jong een eigen zeilboot. Toen de dochter van een loods een keer liet vallen wel eens naar Dover te willen zeilen, was dat voor mij voldoende om samen koers naar Engeland te zetten”, vertelt Piet met een jongensachtige grijns. Een land waar hij nog vaak zou aanmeren.
“We zeilden regelmatig voor wedstrijden naar Engeland. Dat bestond hier toen nog nauwelijks. Op een gegeven moment liep ik in Oostende een Engelsman tegen het lijf, die een stageplaats voor mij kon regelen in Engeland. Ik woonde daar in bij een familie, die member was van de Royal Ocean Racing Club. Zo kwam ik al snel bij de wedstrijden in Cowes terecht. De grandeur van de J-class van voor de oorlog was toen grotendeels verdwenen. Van de meeste grote jachten werden de loden kielen verkocht, vervolgens werden ze in de modder gevaren en functioneerden ze als house boat”. 

Breskens werd na de Tweede Wereldoorlog langzaam weer opgebouwd en in de haven was er, achter de ponton voor de veerboot, plaats voor enkele zeiljachtjes. Een paar jaar later, in 1954, was het al een echte jachthaven met wel tachtig boten. Hoe kon dat zo snel gaan?
“We kregen vergunning om jachten aan de westkant van de visserssteiger af te meren. Met behulp van giften van de lokale horeca, aangevuld met 1500 gulden van de Bruxelles Royal Yacht Club, werden oude reddingsvlotten en roosters gekocht. En met aangespoelde sparren bouwden we daarmee zelf steigers! We waren enorm creatief. Zo maakten we met de afgedankte staaldraden van hijskranen een ingenieus systeem waarmee de steigers met het tij konden meebewegen. Vanaf dat moment organiseerden we ook wedstrijden. De haven lag vol en vaak ik ging dan de steigers langs en blufte: als je niet meedoet, bestaat de kans dat je volgend jaar je ligplaats kwijt bent. Dat deed ik natuurlijk met een lach, maar er waren er toch maar weinig mensen die het risico durfden te nemen. We hadden al vrij snel aanzienlijke deelnemersvelden.”

Frans Maas ontwierp en bouwde in 1964 de Tonnerre de Breskens 1. Hij deed dat met een duidelijke opdracht: deze moet sneller zijn dan alle andere jachten. Een jaar later nam u deel aan de Cowes Week en de Fastnet Race met Frans aan het roer.
“Uiterlijk en comfort zijn niet belangrijk, maar snelheid des te meer. De Tonnerre werd volledig gebouwd binnen de International Offshore Rule (IOR). Het was een heel licht schip, gebouwd van super dun staal, met een bakdek en een geknepen kontje. Een zeilboot is zelden in één keer goed; je blijft eigenlijk continu veranderen en verbeteren. We hebben zelfs een keer - dat was echt in de beginjaren - de hele motor er volledig onderuit gehaald. Helaas bracht dat niet de verbetering waarop we hoopten, dus, je snapt het, het jaar daarop hebben we die motor weer ingebouwd. Vervolgens bouwden we er wel twee schroeven onder, want dat zou beter zijn voor de rating. Logischerwijs werd ook dat geen succes. Vaak riep Frans mij erbij als er Engelstalige of Franstalige ontwerpers kwamen, want hij sprak zelf geen woord buiten de deur. Ik was daardoor dus zijdelings betrokken en bijna alles wat ik die ontwerpers hoorde zeggen, hebben we natuurlijk ook zelf uitgeprobeerd.”

Even een sprong naar het hier en nu. Bij zeewedstrijden zijn de deelnemersaantallen laatste jaren enorm gedaald. Wat zou dit tij mogelijk kunnen keren?
“De ‘zeilerij’ zoals wij dat gedaan hebben, neemt af. Het is duur, bemanning is vaak een probleem, kortom de tijden zijn veranderd. Als je vroeger in een Admiral's Cup campagne zat, moest je er gewoon zijn. Dat kostte veel tijd en dat krijg je nu bijna niet meer voor elkaar. Daarvoor is iedereen eenvoudigweg te druk. Wij waren ’s zomers maar weinig thuis en sliepen aan boord. Een hotel? Dat kwam niet in je op.”
Ook de twee meetsystemen IRC en ORC speelden Piet - zoals elke internationale zeiler - parten. Daarom gooit hij graag de knuppel nog eens in het hoenderhok. “Het is toch van de zotte, dat we in de internationale zeilwereld met twee systemen werken. Ik geloof best dat de ORC de meeste transparante en theoretisch beter is. Maar het is naar mijn idee overduidelijk dat het samengaan van de twee het internationale wedstrijdzeilen absoluut ten goede zou komen.”

In Zeilhelden wordt u de vader van het zeezeilen van de Zuidelijke Nederlanden genoemd. U bent bovendien al ruim 25 jaar erelid van de Noordzee Club. Wat is uw band met Nederland?
“Vanaf het begin was ik op Engeland gericht. En natuurlijk op Breskens. Breskens was toen echt een hotspot. De NZC is de belangenvereniging voor het wedstrijdzeilen en als Nederlander word je daar natuurlijk lid van. Bovendien, daar was ik wél welkom, in tegenstelling tot De Maas. Ik werd daar voorgesteld door een Rotterdamse advocaat, maar ik kwam niet door de ballotage. Die boer uit Zeeland moesten ze niet,” lacht Piet. “Decennia later wilden ze me wel, maar toen werkte ik niet meer in Rotterdam en dus ben ik er zelden geweest. Wel mooi is dat ze zelfs naar Breskens kwamen toen ik mijn lidmaatschap wilde opzeggen; of ik alsjeblieft toch nog lid wilde blijven.
Tijdens de zestiger en zeventiger jaren hebben we in Breskens jaarlijks mooie evenementen georganiseerd, met als hoogtepunt de strijd om de Yeoman Challenge Cup. Tot men op een gegeven moment vond dat dit meer centraal, dus in Scheveningen, moest plaatsvinden. Eerlijk? Voor ons gevoel is dat van ons afgepakt en ja, dat blijft een teer punt. Natuurlijk, Scheveningen ligt een stuk centraler in het land, maar kijk eens naar Breskens. Dat dorp ademt watersport en heeft zonder twijfel het mooiste vaarwater van Nederland. Op de Vlakte van de Raan kunnen allerlei banen worden uitgezet. En wordt het qua wind iets te bont, dan hebben we altijd de Westerschelde achter de hand. Het dorp zelf is enorm opgeknapt, het lééft! Breskens zou naar mijn idee opnieuw een belangrijke rol kunnen spelen in onze sport.”

 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Piet bevorderde op zeer indringende en positieve manier het wedstrijdzeilen op zee, leidde talloze jeugd op tot goede wedstrijdzeiler, werkte samen met de TU Delft bij het nemen van sleepproeven, was 29 jaar voorzitter WV Breskens, REAR Commodore van de RORC, initiatiefnemer en 29 jaar bestuurder van jachthaven Breskens.


Kielinspecties treffen doel

19 juni 2023 - De door World Sailing verplicht gestelde inspecties blijken zeer zinvol. De één vindt het een overbodige en bureaucratische verplichting, een ander ziet wel degelijk het nut van... Lees verder

ORC Specialist Technische Commissie

10 juli 2023 - Alle kennis over IRC, ORC en SW zit bij de Technische Commissie. Deze bestaat uit 10 specialisten, elk met zijn eigen expertise. Na ruim twee decennia wil de ORC Support officer... Lees verder

>